Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
faya. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
faya, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
faya in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
faya is hier. De definitie van het woord
faya zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
faya, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
faya
- (Suriname) (informeel) brutaal, ongepast
- Hij heeft zich in de vergadering erg faya gedragen.
- (jongerentaal) jammer, kut, vervelend
- Dat je je trein hebt gemist, is echt faya.
- ↑
Renata de Bies e.a.
“Woordenboek van de Surinaamse Bijdrage aan het Nederlands” (2008), ISBN 9991420363, p. 49 kol. 2
- ↑ Weblink bron Jongerentaal in: Onze Taal., jrg. 72 nr. 10 (oktober 2003), Genootschap Onze Taal, Den Haag, p. 263
faya m
- (spreektaal) rotzooi, troep, chaos
- «Je viens foutre le faya, je crache des flammes comme un dragon, ils auront le feu car ils ont semé la haine, nique le système!»
- Ik kom rotzooi trappen, ik spuw vlammen als een draak, ze zullen vuur krijgen want ze hebben haat gezaaid, weg met het systeem! [1]
faya
- (spreektaal) stoned, high [1]
- (spreektaal) dronken
- «Charles, il est toujours faya.»
- Charles, die is altijd lazarus. [1]
- (spreektaal) doodmoe [1]
faya
- vuur, vlam
- licht
- electrititeit, stroom
- (meteorologie) bliksem
faya
- heet, gloeiend
- (figuurlijk) fel, gloeiend
faya
- (figuurlijk) branden van woede, boos zijn
- (figuurlijk) verklappen, verklikken