fiska

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord fiska. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord fiska, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je fiska in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord fiska is hier. De definitie van het woord fiska zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanfiska, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • fis·ka

fiska

  1. genitief onbepaald mannelijk meervoud van fiskur


  • fis·ka
Naar frequentie 7578

fiska

  1. genitief onbepaald mannelijk meervoud van fiskur

fiska

  1. accusatief onbepaald mannelijk meervoud van fiskur


  • fis·ka
Naar frequentie 65983
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud fiska
o enkelvoud fiska
meervoud fiska
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
fiska

fiska

  1. gevist
  2. opgevist

fiska

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van fiske

fiska

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van fiske

fiska

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van fiske

fiska

  1. nominatief bepaald onzijdig meervoud van fiske


  • fis·ka
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud fiska
o enkelvoud fiska
meervoud fiska
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
fiska

fiska

  1. gevist
  2. opgevist

fiska

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast amme, zie aldaar

fiska

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van fiska

fiska

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van fiska

fiska

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van fiska

fiska

  1. gebiedende wijs van fiska

fiska

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van fiske

fiska

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van fiske

fiska

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van fiske

fiska

  1. gebiedende wijs van fiske


stamtijd
infinitief verleden
tijd
supinum
fiska
fiskade
fiskat
volledig

fiska

  1. vissen