Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
vissen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
vissen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
vissen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
vissen is hier. De definitie van het woord
vissen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
vissen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
vissen
- inergatief, (visserij) vis proberen te vangen
- ergens uit halen
- De doelman viste de bal uit het net.
- iets proberen te weten te komen, proberen iemand iets te laten zeggen
- visschen ww (officiële spelling tot 1935 in Nederland en 1946 in België)
Gezegd van iemand die prettig is in de omgang, of van iets dat aangenaam is
- In dezelfde vijver vissen
Elk afzonderlijk op hetzelfde doel uit zijn, waardoor men elkaar tegenwerkt
- Met een zilveren hengel vissen
Ergens vis kopen als men die niet zelf heeft kunnen vangen
- Voor een vissers deur vissen
Tevergeefs moeite voor iets doen
Door middel van indirecte vragen iets proberen uit te vinden, ergens achter proberen te komen
- Ieder vist op zijn getij.
- Iedereen maakt gebruik van het geschikte ogenblik.
- In troebel water is het goed vissen.
- In tijden van onlust of oorlog kan men gemakkelijk voor zichzelf voordelen halen.
2. proberen te weten te komen
de vissen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord vis
- ▸ Daar zat ik dan, starend naar de vissen die hopelijk mijn avondeten zouden vormen.[2]
- meervoudsvorm als officiële benaming (dieren) een groep Pisces van in water levende, gewervelde dieren die zich voortbewegen met behulp van vinnen en ademhalen door middel van onder meer kieuwen. De meeste vissen hebben een gestrekt, spoelvormig lichaam met vinvormige ledematen en een afgeplatte staart. Vissen kennen een rijke evolutionaire geschiedenis die teruggaat tot het cambrium, en de diversiteit aan lichaamsvormen en levenswijzen is enorm. Bijna alle soorten behoren tot de klasse der straalvinnigen (Actinopterygii )
- visschen zn (officiële spelling tot 1935 in Nederland en 1946 in België)
- zie de categorie: Vissen in het Nederlands
- addervissen, ansjovissen, antarctische draakvissen, antarctische vissen, argusvissen, baarsvissen, baleinwalvissen, beentongvissen, beenvissen, beschubde slijmvissen, bijlvissen, borstelmondvissen, botervissen, bruinvissen, buissnavelvissen, christusvissen, denappelvissen, diepwaterplatkopvissen, diepzeebijlvissen, diepzeehengelvissen, diepzeevissen, doktersvissen, doodskopvissen, doornvissen, doosvissen, draadstaartvissen, draadzeilvissen, draakvissen, driepootvissen, driestekelvissen, drietandvissen, drievinslijmvissen, dwergaarvissen, dwergpotvissen, echte koningsvissen, echte walvissen, eekhoorn- en soldatenvissen, egelvissen, engel- of keizersvissen, evervissen, fluitbekvissen, galjoenvissen, gladkopvissen, gnoomvissen, gratenvissen, grijze walvissen, grootschubvissen, haanvissen, hagedisvissen, harnashoofdvissen, hengelaarvissen, hondsvissen, indianenvissen, inktvissen, kaakloze vissen, kaakvissen, kabeljauwachtige beenvissen, kikvorsvissen, killivissen, koffervissen, kogelvissen, konijnvissen, koningsvissen, koolvissen, kortneusdraakvissen, kraakbeenvissen, krokodilijsvissen, kwallenvissen, langneusdraakvissen, lantaarnvissen, lichtvissen, lipvissen, lompenvissen, longvissen, maanvissen, mesvissen, moddervissen, naakte draakvissen, naakte slijmvissen, naaldvissen, napoleonvissen, netoogvissen, Nieuw-Zeelandse krokodilvissen, Noord-Amerikaanse katvissen, ombervissen, oorvissen, papegaaivissen, papierbeenvissen, papierschubvissen, papilvissen, parelvissen, penseelvissen, pijlinktvissen, platkopvissen, platvissen, ponyvissen, potvissen, prowvissen, quilvissen, regenboogvissen, riddervissen, riemvissen, rode fluweelvissen, roostervissen, sabeltandvissen, schildvissen, schopvissen, schorpioenvissen, schuttersvissen, sikkelvissen, slangenkopvissen, slijmkopvissen, slijmvissen, snavelvissen, snipmesvissen, snoekslijmvissen, spaanvissen, steenvissen, stekelbuisbekvissen, tandwalvissen, tapirvissen, tegelvissen, telescoopvissen, trekkervissen, trompetvissen, valse schorpioenvissen, vijlvissen, vinvissen, vlagvissen, vleermuisvissen, vliegende vissen, voetbalvissen, walviskopvissen, wimpelvissen, wormvissen, wrakvissen, zaagbuikvissen, zaagvissen, zeilvissen, zilverbladvissen, zilverkopvissen, zilvervissen, zuidelijke zandvissen, zwarte draakvissen
- Australische visarend, Blakistons visuil, bruine visuil, donker visstaartje, groot visstaartje, Japanse visluis, klein visstaartje, kleine visuil, licht visstaartje, Maleise visuil, Pels visuil, rosse visuil, vroeg visstaartje, Zuid-Amerikaanse visdief
- visaanbod, visaanvoer, visaas, visachtig, visadelaar, visafdeling, visafslag, visafslager, visafval, visakte, visangel, visarend, visarenden, visavond, visbak, visbakken, visbakkerij, visbal, visbank, visbedrijf, visbeignet, visbek, visben, visbereiding, visbestand, visbestek, visbeunen, visbezetting, visbijten, visblaas, visboer, visbokaal, visboot, visbord, visbouillon, visbout, visbrander, visbroed, visbroedsel, visbuik, visbun, visbureau, visburger, viscircuit, visclub, viscollege, visconserven, visconsumptie, visconto, viscouvert, vischput, visdag, visdetector, visdeurbel, visdief, visdiefje, visdiner, visdobber, visdocument, visdoder, visdraad, visdroger, visduivel, visei, viselevator, visemmer, visetend, viseter, visfabriek, visfantasie, visfarce, visfauna, visfilet, visfond, visfondue, visfraude, visfuik, visfumet, visgaarde, visgard, visgaren, visgat, visgebied, visgehakt, visgelatine, visgelei, visgerecht, visgereedschap, visgerei, visgeur, visgids, visgieren, visgif, visglas, visgraat, visgrom, visgrond, vishaak, vishagedis, vishal, vishalle, vishandel, vishandelaar, vishaven, vishengel, vishoek, vishuid, vishuis, visijsvogel, visindustrie, viskaar, viskaart, viskaker, viskamp, viskar, viskatten, visketel, viskeuken, viskist, visknecht, viskoekje, viskom, viskop, viskoper, viskorf, viskorrel, viskotter, viskraai, viskraam, viskrat, viskroket, viskruiden, viskuip, viskuit, viskunde, viskut, viskweek, viskweker, viskwekerij, vislarf, vislepel, vislever, visliefhebber, visliefhebster, vislift, vislijm, vislijn, vislintworm, vislood, visloos, vislucht, visluis, visluizen, vismaal, vismaaltijd, vismaat, visman, vismand, vismarkt, vismarter, vismateriaal, vismeel, vismengsel, vismenu, vismes, vismest, vismethode, vismigratie, vismijn, vismoot, visnet, visnevengeul, visnugget, visolie, visoog, visooglens, visotter, vispakker, vispan, visparaplu, vispartij, vispas, vispassage, vispasta, vispastei, visperspectief, vispizza, visplaat, visplaats, visplan, visplantage, visplek, vispom, vispopulatie, visproduct, vispudding, visput, visquota, visquotum, visragout, visrecept, visrecht, visreep, visreiger, visreis, visrest, visrestaurant, visreuk, visrijk, visrijkdom, visroker, visrokerij, visruim, vissalade, vissaus, visschaar, visschelp, visschotel, visschub, visschuit, visse, vissebuik, vissector, visseizoen, vissen, vissen af, vissen op, vissen uit, vissen zwart, vissenbek, vissenbestand, vissenbloed, vissenei, vissenfamilie, vissengeslacht, vissengraat, vissenhuid, vissenkolonie, vissenkom, vissenkop, vissenleer, vissennaam, vissenoog, vissenoor, vissenstaart, vissentand, vissentijdperk, vissenvoer, visser, visserij, vissessie, vissig, vissing, vissloep, vissluiting, vissmaak, vissnoer, vissoep, vissoort, visspaan, visspatel, visstaart, visstaartje, visstaartjes, visstal, visstand, vissteak, vissteiger, visstek, visstenen, visster, vissterfte, visstick, visstilleven, visstoel, visstroper, visstroperij, vistaart, vistakel, vistas, vistechniek, visteelt, visterrine, vistijd, vistocht, vistorpedo, vistraan, vistransport, vistrap, vistrip, vistuig, visuil, visuilen, visuitrusting, visvakantie, visvalk, visvangen, visvangst, visvarken, visveiling, visventer, visverband, visverbod, visvereniging, visvergiftiging, visvergunning, visverhaal, visverkoop, visverkoper, visverlof, visverwerkend, visverwerking, visvijver, visvinder, visvlees, visvliet, visvoer, visvogel, visvoor, visvork, visvormig, visvrouw, viswaar, viswant, viswater, viswedstrijd, visweer, viswijf, viswijn, viswijzer, viswinkel, viszaak, visziekte, viszilver, viszouter, viszouterij
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[3]
|