focus

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord focus. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord focus, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je focus in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord focus is hier. De definitie van het woord focus zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanfocus, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • fo·cus
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘brandpunt’ voor het eerst aangetroffen in 1778 [1]
  • van Latijn focus "haard"
enkelvoud meervoud
naamwoord focus focussen
verkleinwoord focusje focusjes

het focuso

  1. brandpunt, punt waarop de meeste aandacht is gericht
    • Op school ligt de focus op taal en rekenen. 
  2. (natuurkunde) een punt of verzameling van punten waar alle stralengangen van een optisch element samenkomen
    • Het focus van de kristalmonochromator van een Guiniercamera is een lijn. 
  3. (medisch) ontstekingshaard
vervoeging van
focussen

focus

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van focussen
    • Ik focus. 
  2. gebiedende wijs van focussen
    • Focus! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van focussen
    • Focus je? 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]


  • IPA: /ˈfo.kus/, /ˈfɔ.kus/

focus m

  1. haard
  2. (Volkslatijn) vuur