Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
gasten. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
gasten, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
gasten in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
gasten is hier. De definitie van het woord
gasten zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
gasten, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de gasten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord gast
- meervoud van het zelfstandig naamwoord gaste
- ▸ Als het een avond in november was geweest, waren ze gewoon naar bed gegaan zodra de laatste gasten waren vertrokken. Maar deze witte juninachten waren, volgens Ingeborg, onmogelijk te weerstaan, hoe moe je ook was.[3]
- ▸ Denemarken ook nauwelijks, in de pers hadden ze het uitgebreid gehad over de gemoedelijke verhouding tussen de Deense bevolking en de Duitse gasten. De koning en de regering van Denemarken zaten nog op hun plaats en de samenwerking leek uitstekend te functioneren binnen de Germaanse verbroedering.[4]
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als onbepaalde wijs werkwoord.
gasten
- onovergankelijk als een van de genodigden deelnemen aan een maaltijd die iemand anders organiseert
- overgankelijk (landbouw) bossen gemaaid graan of ander geoogst gewas gebundeld op de akker zetten om te drogen
gasten
- meervoud verleden tijd van gassen
- Wij gasten.
- Jullie gasten.
- Zij gasten.
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[5]
|
gasten
- aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van gastar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van gastar
gasten
- aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van gastarse
- gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van gastarse