gay

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gay. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gay, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gay in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gay is hier. De definitie van het woord gay zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangay, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gay
Woordherkomst en -opbouw
  • van Engels gay, in de betekenis van ‘homoseksueel’ voor het eerst aangetroffen in 1984, maar als Engelse uitdrukking met een Nederlandse vertaling al bekend in 1977
enkelvoud meervoud
naamwoord gay gays
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de gaym

  1. (lhbt) iemand die seksueel wordt aangetrokken door mensen met hetzelfde geslacht
Synoniemen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gay gayer gayst
verbogen gaye (gayere) gayste
partitief gays gayers -

Bijvoeglijk naamwoord

gay

  1. (lhbt) homoseksueel
     EMI, de platenmaatschappij van de Torn Robinson Band, zit met de kwestie dat Torn zijn nummer „Glad to be gay" („Blij een homo te zijn"), op singel wil uitbrengen. EMI durft dat nog niet helemaal aan.
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Frans

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

gay m

  1. (spreektaal) (lhbt) homo

Verwijzingen


Middelnederlands

Bijvoeglijk naamwoord

gay

  1. vrolijk, levendig, opgewekt
    «Menich rudder van herten gay
    Menig ridder, vrolijk van hart.

Zelfstandig naamwoord

gay m

  1. (zangvogels) gaai
  2. (papegaaiachtigen) papegaai


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /gɛj/, /gaj/
Woordafbreking
  • gay
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels

Zelfstandig naamwoord

gay m bezield

  1. (lhbt) (spreektaal) homoseksueel; in de nauwe betekenis tot alleen mannen, die aangetrokken zijn tot mannen
  2. (lhbt) homoseksueel; in de brede betekenis tot zowel mannen als vrouwen, die aangetrokken zijn tot hun eigen geslacht
Verbuiging


Synoniemen

Verwijzingen

Bijvoeglijk naamwoord

gay

  1. (lhbt) homoseksueel
Verbuiging
  • Onverbogen
Synoniemen