geen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord geen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord geen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je geen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord geen is hier. De definitie van het woord geen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangeen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • geen
  • erfwoord, in de betekenis van ‘telwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1100 [1]
  • afkomstig van:
Middelnederlands: gheen / ghene
Oudnederlands:  gēn  
Germaans: *jainaz
  • Verwant in Germaans:
Engels: yon (Angelsaksisch: ġeon), Fries: gjin (Oudfries: nēn, nein)

geen

  1. ontkennend onbepaald lidwoord tegenovergestelde van één, niet een
    • Dit is geen webstek met winstbejag. 
  2. ontkennend onbepaald lidwoord tegenovergestelde van een onbepaald meervoud of onbepaalde hoeveelheid, niet
    • Met deze schoenen kun je geen bergen beklimmen. 
    • Er zit geen suiker in de koffie 
     Geen tijd meer om van de top af te komen.[2]
  3. ontkennend bepaald lidwoord: niet, niet de, niet het
    • Hij zou geen paus worden. 

geen

  1. niet één, nul
    • Eergisteren zaten er nog vier kuikens in het nest, gisteren één en vandaag geen. 

geen

  1. niemand
    • Ik heb het alle deskundigen gevraagd, maar geen weet het antwoord. 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]


  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *gāną

geen

  1. gaan