genus

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord genus. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord genus, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je genus in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord genus is hier. De definitie van het woord genus zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangenus, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Genus


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·nus
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘geslacht’ voor het eerst aangetroffen in 1638
  • van het Latijn
enkelvoud meervoud
naamwoord genus genera
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het genuso

  1. (grammatica) geslacht
  2. (biologie) geslacht , een biologisch taxon
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

63 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord genus genera / genusse

Zelfstandig naamwoord

genus

  1. (biologie) genus; geslacht, een biologisch taxon
Hyperoniemen
Hyponiemen

Meer informatie


Latijn

Zelfstandig naamwoord

genus o (gen. generis)

  1. afkomst
  2. geslacht
  3. soort

genus o (gen. genūs)

  1. knie


Pools

Uitspraak
  • IPA: /ɡɛ̃nus/
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn

Zelfstandig naamwoord

genus m

  1. (wiskunde) genus

Meer informatie


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·nus
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn

Zelfstandig naamwoord

genus monbezield

  1. (wiskunde) genus
  2. (grammatica) genus; geslacht
Synoniemen
  1. rod monbezield

Meer informatie

Verwijzingen