Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
getrouwd. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
getrouwd, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
getrouwd in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
getrouwd is hier. De definitie van het woord
getrouwd zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
getrouwd, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
getrouwd
- voltooid deelwoord van trouwen
- ▸ Ik heb nooit alleen gewoond, ik ben altijd met anderen op pad en ik ga met mijn gezin op vakantie of met vrienden een weekendje weg. Een doodgewone veertiger met een eigen bedrijf, twintig jaar getrouwd, vader van drie, die elke zondag het gras maait.[1]
- ▸ Het was alsof hij terug in de tijd reisde naar zijn studiejaren in Dresden. Maar ongetrouwde studentenbroekies kon je het vergeven, hij was er zelf een geweest. Met getrouwde, ontwikkelde mannen was het een heel andere kwestie.[2]
getrouwd
- een echtpaar vormend
1. voltooid deelwoord van trouwen
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[3]
|