Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
gewin. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
gewin, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
gewin in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
gewin is hier. De definitie van het woord
gewin zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
gewin, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Afgeleid van de stam van winnen met het voorvoegsel ge-
het gewin o
- voordeel, winst
- Het gewin was groot voor het bedrijf.
- „Baas Becking vindt dat de mens op een verpletterende manier met de wereld omgaat, en te veel gericht is op economisch gewin. Hij beschrijft de mens als een plaag, vanwege de sterk toenemende bevolkingsgroei.”
gewin
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gewinnen
- gebiedende wijs van gewinnen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gewinnen
98 % |
van de Nederlanders;
|
92 % |
van de Vlamingen.
|
gewin
- bezit