gewin

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gewin. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gewin, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gewin in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gewin is hier. De definitie van het woord gewin zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangewin, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·win
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van de stam van winnen met het voorvoegsel ge-
enkelvoud meervoud
naamwoord gewin -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het gewino

  1. voordeel, winst
    • Het gewin was groot voor het bedrijf. 
    • Baas Becking vindt dat de mens op een verpletterende manier met de wereld omgaat, en te veel gericht is op economisch gewin. Hij beschrijft de mens als een plaag, vanwege de sterk toenemende bevolkingsgroei.” 

Werkwoord

vervoeging van
gewinnen

gewin

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gewinnen
    • Ik gewin. 
  2. gebiedende wijs van gewinnen
    • Gewin! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gewinnen
    • Gewin je? 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.

Verwijzingen


Oudnederlands

Zelfstandig naamwoord

gewin

  1. bezit