Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
winnen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
winnen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
winnen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
winnen is hier. De definitie van het woord
winnen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
winnen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘overwinnaar zijn’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350
- In de betekenis van ‘verwerven’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1237
winnen
- overgankelijk als beste partij uit een wedstrijd komen
- Hij won het schoolkampioenschap hardlopen.
- overgankelijk iets verkrijgen voor een goede prestatie
- Hij won de bronzen medaille bij de Olympische Spelen.
- ▸ De wijn uit het Rhônedal heeft de afgelopen decennia aan prestige gewonnen door productverbetering en slimme marketing. De Côtes du Rhône is allang geen onaanzienlijk slobberwijntje meer, maar een succesvol exportproduct.
- overgankelijk een grondstof uit de natuur halen
- Dat bedrijf gaat proberen goud te winnen in de Andes.
- overgankelijk iemand ~ voor: iemand bereid vinden zich ergens voor in te zetten
- Deze politicus bleek niet te winnen voor het plan.
- aanwinnen, afwinnen, bijwinnen, gewinnen, herwinnen, inwinnen, ontwinnen, overwinnen, terugwinnen, uitwinnen, verwinnen
- gewin, winbaar, wingebied, wingewest, winnaar, winner, winning, winplaats, winziek, winzucht, winzuchtig
1. als beste partij uit een wedstrijd komen
2. iets verkrijgen voor een goede prestatie bij een wedstrijd
3. een grondstof uit de natuur halen
4. iemand bereid vinden zich ergens voor in te zetten
100 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.
|
- Afgeleid van het Middelhoogduitse wenen
winnen
- opbrengen, opvoeden, verzorgen
- Afgeleid van het Angelsaksische winnan
winnen
- vechten tegen (iets)
- overwinnen
- Afgeleid van het Oudsaksische winnan
winnen
- winnen
- Afgeleid van het Oudnederlandse winnan
winnen
- winnen
- Afgeleid van het Middelnederduitse winnen
winnen
- winnen
winnen
- (Münsterlands) winnen