gipsen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gipsen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gipsen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gipsen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gipsen is hier. De definitie van het woord gipsen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangipsen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • gip·sen
  • afgeleid van gips met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
gipsen
gipste
gegipst
zwak -t volledig

gipsen [1]

  1. overgankelijk met gips bestrijken, bestrooien of behandelen
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen

gipsen [2]

  1. van gips vervaardigd

de gipsenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gips
97 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[3]