Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
goot. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
goot, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
goot in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
goot is hier. De definitie van het woord
goot zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
goot, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘afvoerkanaal’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1277 [1] [2]
de goot v / m
- een gleuf of greppel bedoeld voor het af laten vloeien van een vloeistof
- Je moet die goot eens schoonmaken, anders kan het water niet goed weg.
- een langgerekte bakvormige of halfronde constructie, die het water van het dak opvangt en afvoert
- De afvoer van de goot was verstopt.
- overdrachtelijk: een onverkwikkelijke en te vermijden plaats
- Als je niet zorgt dat je baan hebt, lig je zo in de goot.
goot
- enkelvoud verleden tijd van gieten
- Ik goot.
- Jij goot.
- Hij, zij, het goot.
- ▸ Deze Terminus bestond uit een paar dikke palen die ik uitgeput omhelsde. Het voelde wel een beetje raar en leeg. Toch was ik ook opgelucht dat het voorbij was en trok een mini-whiskeyflesje open. Voordat ik dit in één teug naar binnen goot, sloeg ik een kruis en wees in de lucht naar een denkbeeldige maan.[3]
goot
- onpersoonlijke verleden tijd van gieten
- Het regende dat het goot.
100 % |
van de Nederlanders;
|
98 % |
van de Vlamingen.[4]
|