hijsen

• Geluid:  hijsen    (hulp, bestand)

• hij·sen

• In de betekenis van ‘naar boven trekken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1645 ^[1]

hijsen

1. overgankelijk iets met een touw of kabel in opwaartse richting trekken, al dan niet middels een katrol

   • Zij hesen de zeilen en voeren hoog aan de wind naar het westen. 

   ▸ Wederom slingerde hij mijn touw in één keer over de hoge tak, bevestigde mijn voedselzak eraan, hees hem vier meter de lucht in en bond het touw vast aan de stam van de boom. Zo doe je dat.^[2]

• ophijsen

de hijsen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hijs

• Het woord hijsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hijsen" herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.