inn

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord inn. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord inn, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je inn in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord inn is hier. De definitie van het woord inn zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaninn, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

inn o

  1. herberg


enkelvoud meervoud
inn inns

inn

  1. herberg


  • inn
  • Afkomstig van het Oudnoordse woord inn
Naar frequentie 282

inn

  1. (om beweging) binnen, in-
    «Jeg går inn i huset.»
    Ik ga het huis binnen.
    «Den norske ambassaden i Kabul frarådet Pål Refsdal å reise inn i Kunar.»
    De Noorse ambassade in Kabul heeft Pål Refsdal afgeraden naar Kunar te reizen.
  2. (van tijd) in
    «Snart går vi inn i julen.»
    Binnenkort gaan we de kersttijd in.
  3. (als voorvoegsel) in-
  • kjøre inn en ny bil
een auto inrijden
  • øve inn en rolle
een rol instuderen/oefenen

inn

  1. door, in
    «Båten stevnet inn fjorden.»
    De boot zeilde de fjord in.


  • inn
  • Afkomstig van het Oudnoordse woord inn

inn

  1. (om beweging) binnen, in-
    «Eg går inn i huset.»
    Ik ga het huis binnen.
  2. (om tijd) in, naar

inn

  1. door, in