koekoeksjong

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord koekoeksjong. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord koekoeksjong, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je koekoeksjong in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord koekoeksjong is hier. De definitie van het woord koekoeksjong zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankoekoeksjong, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • koe·koeks·jong
enkelvoud meervoud
naamwoord koekoeksjong koekoeksjongen
verkleinwoord

het koekoeksjongo

  1. (dierkunde) kuiken van een  koekoek zn  (Cuculus canorus op Wikispecies), vooral bekend omdat het wordt opgevoed in een nest van andere vogelsoorten
  2. (figuurlijk) kind dat niet de biologische nakomeling is van de wettige ouders maar wel erg veel zorg vraagt
     Abrupt houdt ze hem staande. Ìk lijk op niemand van ons, ik voel me een koekoeksjong. Toen je mij voor het eerst zag, zei je 'the spitting image'. Van wie?'[2]
     Covid is een soort koekoeksjong dat de andere zorg uit het nest drukt.[3]
termen uit de ornithologie:
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Carla de Jong
    “Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
  3. Bronlink geraadpleegd op 6 januari 2022 Weblink bron
    Niels de Jager
    “Weer covidpatiënten naar Duitsland, Nederlandse ziekenhuizen overvallen door nieuwe piek” (21-12-2020), NOS