haan

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord haan. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord haan, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je haan in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord haan is hier. De definitie van het woord haan zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhaan, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Een haan van Gallus gallus domesticus
Uitspraak
Woordafbreking
  • haan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord haan hanen
verkleinwoord haantje haantjes

Zelfstandig naamwoord

de haanm

  1. (dierkunde) mannelijk dier bij de hoenderachtige vogels
    • De haan kraaide ons vroeg wakker. 
  2. (militair), (techniek) het onderdeel van een vuurwapen dat een slaande beweging maakt als de trekker wordt overgehaald
    • De haan van het pistool. 
Verwante begrippen
termen uit de ornithologie:
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Haantje de voorste zijn
Ergens als eerste bij zijn
  • Er kraait geen haan naar.
Iets gebeurt geheel ongemerkt, of het kan niemand iets schelen
  • De gebraden haan uithangen
Op een onverantwoordelijke manier veel geld uitgeven, bijv. aan eten en drinken
  • De haan en de vos hebben elkaar te gast.
Als twee bedriegers samenwerken, zijn ze vaak toch alleen op eigen voordeel uit
  • Zijn haan moet altijd koning kraaien.
Hij speelt steeds de baas
  • Zo rood zien als een kalkoense haan
Een erg rood gezicht hebben, meestal door een emotie zoals woede of schaamte
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Anglo-Normandisch

Zelfstandig naamwoord

haan

  1. ontbering, lijden
  2. leed, ellende
Schrijfwijzen