Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
trekker. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
trekker, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
trekker in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
trekker is hier. De definitie van het woord
trekker zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
trekker, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de trekker m
- (verkeer) vrachtauto die geschikt is voor een oplegger
- (verkeer), (landbouw) landbouwvoertuig met grote achterwielen, waardoor het landbouwmachines kan voorttrekken
- ▸ Een kleine groep boeren blokkeert woensdagochtend opnieuw een distributiecentrum van ALDI in Drachten. Eén van de ALDI-vrachtwagens buiten de hekken kon door drie trekkers geen kant meer op.[1]
- mechanisme in schietwapen waardoor het buigen van de wijsvinger leidt tot het lossen van een schot
- (vogels) vogel die, afhankelijk van het jaargetijde, in ver van elkaar gelegen gebieden verblijft
- (persoon) iemand die een trektocht maakt, vaak voor een wat langere periode (met bijv. het doel zich uiteindelijk op een verafgelegen plek te vestigen)
- Als rondreizende trekker kwam ik daar vaker.
- Iets of iemand die iets voorttrekt
- iemand die of iets wat zorgt voor een veel groter aantal bezoekers; ± attractie
- (huishouden) een rubber veger
- (economie), (beroep) iemand die een wissel afgeeft
- (sanitair) onderdeel van bepaalde, vooral wat oudere toiletpotten waaraan na het toiletgebruik moet worden gerukt, zodat de spoelbak leegloopt en de pot schoonspoelt
- Deze wc heeft een trekker.
- (landbouw), (gereedschap) hark voor het bijeenzamelen van aren
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[2]
|
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
trekker
- zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van trekke
trekker, g
- een gereedschaap waarmee men iets trekt, bijv. een kurkentrekker
trekker
- zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van trekke
trekker
- nominatief onbepaald mannelijk meervoud van trekk
trekker, m
- een gereedschaap waarmee men iets trekt, bijv. een kurkentrekker
trekker
- zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van trekka
trekker
- zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van trekke
trekker
- nominatief onbepaald mannelijk meervoud van trekk