winterkleed

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord winterkleed. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord winterkleed, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je winterkleed in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord winterkleed is hier. De definitie van het woord winterkleed zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwinterkleed, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Een landschap in winterkleed.
Een roodhalsfuut in winterkleed.
  • win·ter·kleed
enkelvoud meervoud
naamwoord winterkleed winterklederen
winterkleren
verkleinwoord winterkleedje winterkleedjes

het winterkleedo

  1. (meteorologie) laag witte sneeuw die in de winter over het land kan liggen
  2. (kleding) warme kleding die geschikt is voor het koude jaargetijde
  3. (dierkunde) verenkleed dat een vogel aanneemt buiten het broedseizoen
     Tijdens de balts- en broedperiode zijn de vogels op hun mooist, met donkere kuif, oranje-witte kop en bruin-rode bakkebaarden. Het winterkleed, na de rui, is veel minder uitbundig.[2]
termen uit de ornithologie:
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    Jan Bengevoord
    “De fuut is geslaagd voor zijn inburgeringsexamen” (12 april 2018), Tubantia