ladderen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ladderen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ladderen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ladderen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ladderen is hier. De definitie van het woord ladderen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanladderen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
1. ladderen van een kous
  • lad·de·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ladderen
ladderde
geladderd
zwak -d volledig

ladderen

  1. onovergankelijk (kleding) (van kousen) beschadigd raken waardoor een of meer draadjes in een fijn weefsel losraken en een langgerekt patroon van mazen ("ladder") ontstaat
    • Alleen hele dikke kousen ladderen iets minder snel, maar die kousen zijn weer niet in trek omdat ze minder flatteus zijn. [3]
    • ladderen. 
  2. overgankelijk (verouderd) (onder studenten) op een ladder naar huis dragen (van iemand die te veel gedronken heeft)

de ladderenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ladder (verouderd)
    • Een horde negerslaven, die zich zeer wild gebaarde, met ijselijk geschrei droeg ladderen naar den wal, en zon door stof-op-nevelen de donkere gestalten in vettigheid deed glanzen met felheid van sardijnig rood, dat om de lendenen was geslagen. [4]
73 % van de Nederlanders;
57 % van de Vlamingen.[5]