Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
leid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
leid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
leid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
leid is hier. De definitie van het woord
leid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
leid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
leid
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leiden
- gebiedende wijs van leiden
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leiden
leid
- (in Zwitserland) lelijk, onaangenaam, vervelend
- «Das ist ein leides Thema.»
- Dat is een vervelend onderwerp.
- vervelend, onaangenaam, beu
- «Ich bin dein blödes Geschwätz so leid.»
- Ik ben je stomme geklets zo beu.
- «Ich werde es langsam leid, jeden Morgen um 5 Uhr aufstehen zu müsse.»
- Ik begin het langzamerhand vervelend te vinden om elke morgen om 5 uur te moeten opstaan.
- ↑
Weblink bron "leid", digitalisierte und von Wolfgang Pfeifer überarbeitete Version im Digitalen Wörterbuch der deutschen Sprache in: Wolfgang Pfeifer et al.
Etymologisches Wörterbuch des Deutschen (1993) op dwds.de