makelaar

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord makelaar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord makelaar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je makelaar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord makelaar is hier. De definitie van het woord makelaar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmakelaar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Makelaars
Makelaar
  • ma·ke·laar
enkelvoud meervoud
naamwoord makelaar makelaars
makelaren
verkleinwoord makelaartje makelaartjes

de makelaarm

  1. (handel) (beroep) de tussenpersoon in de handel, zowel van roerende als onroerende goederen
  2. (bouwkunde) een verticale balk in een dakconstructie tussen nok en hanenbalk
  3. (bouwkunde) een ornament op een markant punt van een bouwwerk
    • Een gevelpunt met een eenvoudige makelaar. 
  4. (bouwkunde) een verticale aanslagstrip tussen 2 vleugels van een kast of van een deur
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]