mandelig
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord mandelig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord mandelig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je mandelig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord mandelig is hier. De definitie van het woord mandelig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmandelig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- man·de·lig
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | mandelig | mandeliger | mandeligst |
| verbogen | mandelige | mandeligere | mandeligste |
| partitief | mandeligs | mandeligers | - |
mandelig
- (economie) gemeenschappelijk eigendom
- ▸ De kopers worden mandelig eigenaar van zowel het gebouw als de omliggende grond.[3]
- ▸ Mandeligheid (van: mandelig) is een vorm van gebonden mede-eigendom van bijvoorbeeld een afscheidingsmuur, een heg of een pad. De eigenaren van de erven aan weerskanten ervan zijn dan de gezamenlijke eigenaren van die muur, heg, pad of watergang. Dit houdt in dat ook het onderhoud hiervan voor gezamenlijke rekening komt en dat men niet eenzijdig tot verandering, afbraak of kappen mag overgaan.[4]
- Het woord mandelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ mandelig op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron “Bouw op Elsmors gaat van start” (03-03-2008), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Mandeligheid” (geraadpleegd 13-7-2021), Wikipedia
