minnelijk

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord minnelijk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord minnelijk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je minnelijk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord minnelijk is hier. De definitie van het woord minnelijk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanminnelijk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • min·ne·lijk
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen minnelijk minnelijker minnelijkst
verbogen minnelijke minnelijkere minnelijkste
partitief minnelijks minnelijkers -

minnelijk

  1. op een vriendelijke manier, zonder dwang
    • Maar Bruyns wilde zijn compagnon niet vervolgen, doch tot een minnelijke schikking komen, die niet erg minnelijk was, d.w.z. van de gelegenheid gebruik maken om de vennootschap te ontbinden en zelf de zeepziederij ‘De Kroon’ en het woonhuis van Kohlbrugge, beide gelegen ‘Op het Water’ (het Damrak), tussen de Oude en de Nieuwe Brug, in handen te krijgen. [2]
  2. (verouderd) (van een persoon) zich vriendelijk gedragend
    • Wie komt me hier
      met zulk een gloed van liefde naderen?
      Zo gij een geest zijt of een dier,
      ontmom, vertoon u. Laat me kennen
      wie mij dus minnelijk begroet.
       [3]
  3. (verouderd) om van te houden
    • Daar wachtte zij den prins harer droomen, dien zij nimmer nog had gezien, maar dien men haar bezongen had - haar vaders broeders zoon - als jeugdig en minnelijk en lieflijk: mannelijk als vrouwelijk zij zelve was. [4]
  •  minnelijke schikking
    zonder uitspraak van een rechter
87 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[6]