moeten

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord moeten. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord moeten, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je moeten in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord moeten is hier. De definitie van het woord moeten zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmoeten, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • moe·ten
  • In de betekenis van ‘verplicht zijn, behoren’ voor het eerst aangetroffen in 1201 [1]
  • afkomstig van:
Middelnederlands: moeten
Oudnederlands: muotan
Germaans: *mōtanan
  • Verwant in Germaans:
West: Engels: must, mote (Angelsaksisch: mōtan), Duits: müssen, (Oudhoogduits: muozan), Fries: mette (Oudfries: meta)
Noord: Zweeds: måste, Deens/Noors: måtte
Oost: Gotisch: gamotan
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
moeten
moest
gemoeten
onregelmatig volledig

moeten

  1. modaal werkwoord: gedwongen zijn
    • Ik moet naar de wc. 
    • Hij moest nog drie jaar brommen. 
     Deze storm zou ik moeten overleven boven op Mount Whitney, 4.421 meter hoog.[2]
     Omdat het toen nog steeds te krap was, moest één jongen zittend in de hoek gaan slapen.[2]
     Helaas was er geen tijd om te genieten van het prachtige uitzicht want we moesten zo snel mogelijk de berg af zien te komen: het weer zou zo weer kunnen omslaan.[2]

móéten

  1. modaal werkwoord: zeer dringend noodzakelijk zijn
    • Ik móét naar de wc, want ik houd het niet langer. 
    • Dat móést wel fout gaan! 

de moetenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord moet
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]