mot

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord mot. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord mot, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je mot in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord mot is hier. De definitie van het woord mot zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanmot, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak

Geluid: mot (hulp, bestand)
IPA: / mɔt / (1 lettergreep)

Woordafbreking

mot

Woordherkomst en -opbouw

van Middelnederlands motte, in de betekenis van ‘insect’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240
vermoedelijk van een streektaalwoord voor mep, in de betekenis van ‘Bargoens: ruzie’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1906
van Middelnederlands mot
uitspraakvariant van moet ww

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	mot	motten
verkleinwoord	motje	motjes

Zelfstandig naamwoord

mot v / m

(dierkunde) vlinderachtig insect
- Daar vliegt een mot, zie je haar?
1. (vlinders) benaming voor nachtvlinders (insecten uit de orde Lepidoptera die niet tot de Papilionoidea behoren)
  1. Tineola bisselliella nachtvlindertje waarvan de larven kledingstukken aanvreten
    Er zitten motten in die oude kleren.

Synoniemen

klerenmot

Hyperoniemen

geleedpotige
- insect
  - vlinder

Hyponiemen

Afgeleide begrippen

Vertalingen

1. een vlinderachtig insect

Bosnisch: moljac ^(bs) m, noćni leptir ^(bs) m
Catalaans: arna ^(ca) v
Duits: Motte ^(de) v, Nachtfalter ^(de) m
Engels: moth ^(en)
Esperanto: tineo ^(eo)
Frans: mite ^(fr) v
Japans: 蛾 ^(ja)
Italiaans: falena ^(it) v
Noors: møll ^(no) m/o

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	mot	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

mot v/m

het hebben van onenigheid met iemand
- Ze hadden weer eens mot.
v/m in de ~ hebben in de gaten hebben, opmerken

Werkwoord

vervoeging van
motten

mot

enkelvoud tegenwoordige tijd van motten
gebiedende wijs van motten

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	mot	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

mot o

fijn los materiaal, stof, molm, zaagsel

Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
motten

mot

enkelvoud tegenwoordige tijd van motten
gebiedende wijs van motten

Werkwoord

mot

(informeel) moet
- Ken 't nie zoals 't mot, dan mot 't maar zoals 't ken.

Afgeleide begrippen

motje zn

Gangbaarheid

Het woord mot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mot" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Frans

Uitspraak

Geluid: mot (hulp, bestand)
IPA: /mo/

enkelvoud		meervoud
zonder lidwoord	met lidwoord	zonder lidwoord	met lidwoord
mot	le mot	mots	les mots

Woordherkomst en -opbouw

Uit het Latijn muttum 'grom'

Zelfstandig naamwoord

de mot m

(in alle betekenissen) woord
(verouderd) motto, devies

Verwante begrippen

motto

Verwijzingen

↑ mot (Etymologie) in: Le Trésor de la Langue Française informatisé (1971-1994) op de website cnrtl.fr .

Noors

Uitspraak

Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
IPA: / muːt /

Woordafbreking

mot

Woordherkomst en -opbouw

Voorzetsel: afkomstig van het Oudnoordse í móti vz of á móti vz
Zelfstandig naamwoord: afkomstig van het Oudnoordse naamwoord moðr zn

Naar frequentie	138

Voorzetsel

mot

tegen
«Vold mot kvinner og barn er dessverre et aktuelt tema.»
Geweld tegen vrouwen en kinderen is helaas een actueel probleem.

Antoniemen

feighet zn

Typische woordcombinaties

utsikt mot

uitzicht op

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	mot	motet	mot	mota motene
genitief	mots	motets	mots	motas motenes

Zelfstandig naamwoord

mot, o

moed

Afgeleide begrippen

Nynorsk

Uitspraak

Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
IPA: / muːt /

Woordafbreking

mot

Woordherkomst en -opbouw

Voorzetsel: afkomstig van het Oudnoordse í móti vz of á móti vz
Zelfstandig naamwoord: afkomstig van het Oudnoordse naamwoord moðr zn

Voorzetsel

mot

tegen
«Politiet åtvarar mot utanlandske svindlarar.»
De politie waarschuwt tegen buitenlandse oplichters.

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	mot	motet	motmota

Zelfstandig naamwoord

mot, o

moed

Antoniemen

feigskap zn

Afgeleide begrippen

Enciclo

Wikious

Sapientia

Scientia

Boobota

Anandapedia

Sagapedia

Wikithot