ogen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ogen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ogen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ogen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ogen is hier. De definitie van het woord ogen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanogen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ogen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ogen
oogde
geoogd
zwak -d volledig

ogen

  1. onovergankelijk de aanblik hebben van
    • Dat oogde beter dan het was. 
  2. aandachtig kijken naar, staren naar

lelijk ogen

de ogenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord oog
     Het was al jaren kurkdroog geweest in Californië, dus ik kon mijn ogen niet geloven toen het opeens uit het niets begon te regenen.[3]
     Waakzaam schoten mijn ogen alle kanten op, speurend naar verborgen slangen in het struikgewas.[3]
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. ogen op website: Etymologiebank.nl
  3. 3,0 3,1
    Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


ogen

  1. meervoud van oge


ogen

  1. meervoud van oge