ootje

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ootje. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ootje, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ootje in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ootje is hier. De definitie van het woord ootje zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanootje, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: o'tje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oot·je
Woordherkomst en -opbouw
  • Waarschijnlijk van het verkleinwoord o'tje, naar een kring die men bij een kinderspel om iemand heen trekt
  • Verkorting van grootje

ootje

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord ootje -

het ootjeo dim. tant.

  1. (wiskunde) het cijfer nul
  2. (spel) kringetje dat bij bepaalde kinderspelen om iemand heen gemaakt wordt
Uitdrukkingen en gezegden

"het cijfer nul"

  • Een ootje in het cijfer zijn
Ergens niets in te brengen hebben

"kringetje bij kinderspelen"

  • Iemand in het ootje nemen
Een (flauwe) grap met iemand uithalen
    • Het is niet moeilijk hem in het ootje te nemen. 

ootje

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord ootje ootjes

het ootjeo dim. tant.

  1. (persoon), (familie), (informeel) grootmoeder, oma
  2. (persoon), (informeel) oude vrouw
Uitdrukkingen en gezegden
  • Het ootje hebben

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be