order

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord order. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord order, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je order in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord order is hier. De definitie van het woord order zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanorder, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • or·der
Woordherkomst en -opbouw
  • van Frans ordre in de betekenis van ‘bevel’ voor het eerst aangetroffen in 1599
enkelvoud meervoud
naamwoord order orders
verkleinwoord ordertje ordertjes

Zelfstandig naamwoord

order v/m/o

  1. een verzoek om diensten of goederen te leveren
    • Hij had een order geplaatst voor een nieuwe wasmachine. 
  2. verplicht uit te voeren opdracht zonder enige tegenspraak
    • Hij kreeg orders van zijn baas om de zaak verder met rust te laten. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Tot nader order
tot een later bevel (oftewel 'voorlopig')
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
Woordafbreking
  • or·der
Naar frequentie 644
enkelvoud meervoud
order orders

Zelfstandig naamwoord

order

  1. volgorde
  2. orde
  3. (adel) ridderorde, orde
  4. bevel, order
  5. bestelling, order
vervoeging
onbepaalde wijs to  order 
he/she/it  orders 
verleden tijd  ordered 
voltooid
deelwoord
 ordered 
onvoltooid
deelwoord
 ordering 
gebiedende wijs  order 

Werkwoord

order

  1. overgankelijk bestellen
  2. overgankelijk bevelen
Afgeleide begrippen

Tussenwerpsel

order

  1. (politiek) oproep waarmee de voorzitter in het Britse Lagerhuis verzoekt om minder rumoerig te zijn
    • Louder, boisterous and, yes, more animal than ever, he shouts ‘order, order’, with which the 55-year-old House of Commons Speaker tries to calm down the members of the famous parliament. 

Verwijzingen


Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • or·der
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Zweedse zelfstandige naamwoorden morgon en bön
Naar frequentie 644
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   order     ordern     order     orderna  
genitief   orders     orderns     orders     ordernas  

Zelfstandig naamwoord

order, g

  1. bestelling, order
  2. bevel
  3. (militair) bevel
Synoniemen
Synoniemen

Zelfstandig naamwoord

order

  1. nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van order