oren

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord oren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord oren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je oren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord oren is hier. De definitie van het woord oren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanoren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • oren

de orenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord oor
     Na een tijdje merkte ik duidelijk aan mijn oren dat we van zeeniveau naar duizend meter hoogte aan het klimmen waren.[2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
oren
oorde
geoord
zwak -d volledig

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord

oren

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) bidden
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


oren

  1. meervoud van oor


vervoeging van
orar

oren

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van orar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van orar


oren

  1. meervoud van oor