paleogeen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord paleogeen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord paleogeen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je paleogeen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord paleogeen is hier. De definitie van het woord paleogeen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpaleogeen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: paleoceen
  • pa·leo·geen
enkelvoud meervoud
naamwoord paleogeen -
verkleinwoord - -

het paleogeeno

  1. (geologie) geologisch tijdperk volgend op het uitsterven van de dinosauriërs, eerste periode van het era kaenozoïcum, van 66 tot 23 miljoen jaar geleden
    • Misschien niet heel spectaculair maar wel interessant is (…), een gebied waar veel fossiele resten zijn aangetroffen van schildpadden en krokodillen, afkomstig uit het krijt en het paleogeen (…) [3]
  2. (geologie) gesteenten uit het tijdperk volgend op het uitsterven van de dinosauriërs, eerste periode van het era kaenozoïcum
    • Het plooiingsgebergte door deze plooiingskrachten ontstaan, is gedurende het mesozoïsche denudatietijdperk, nog vóór de afzetting van het paleogeen, langzamerhand verdwenen. [4]
  • Vóór 2006 was de spelling Paleogeen. In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.
  • Vóór 1955 was de spelling Palaeogeen.
  1. (eng)
    Berggren, W.A.
    "Cenozoic Era" (10 februari 2015) op website: britannica.com
    ; geraadpleegd 2016-02-01
  2. paleogeen op website: Etymologiebank.nl
  3. Kusters, M.
    Bolivia 2e druk (2015) J.H. Gottmer, Haarlem
    ; ISBN 9789025757380; 09 Cochabamba en de regio richting Santa Cruz. Naar Santa Cruz via de oude zuidelijke route; geraadpleegd 2016-02-01
  4. Kreemer, J.
    Atjèh (1922/1923) E.J. Brill, Leiden
    ; p. 91; geraadpleegd 2016-02-01