pets

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord pets. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord pets, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je pets in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord pets is hier. De definitie van het woord pets zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpets, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • pets
  • In de betekenis van ‘klap’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1913 [1]
  • klanknabootsing [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord pets petsen
verkleinwoord petsje petsjes

de petsm [3]

  1. harde klap die men met de blote, platte hand geeft
    • De dronken man stond in een volle Parijse bus tegen een 21-jarige vrouw aangedrukt. Plots gaf hij haar een pets op de billen. De vrouw reageerde, maar kreeg vervolgens enkele beledigingen naar het hoofd geslingerd: ,,Je hebt grote borsten, vuile hoer”, riep de man haar toe. [4] 
  2. hard geluid dat men hoort als iets valt
    • Een man met afzakkende broek laat z’n Hema-worst uit het zakje glippen; met een pets belandt hij (de worst) op de tegels van de stationshal. De man aarzelt: oprapen? Doorlopen? De worst blijft liggen, eenzaam en verlaten. [5] 
vervoeging van
petsen

pets

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van petsen
    • Ik pets. 
  2. gebiedende wijs van petsen
    • Pets! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van petsen
    • Pets je? 
80 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.[6]