Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
røst. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
røst, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
røst in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
røst is hier. De definitie van het woord
røst zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
røst, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Afleiding van het Oudnoorse werkwoord raust, v (= stem).
- Afkomstig uit het Nederduits.
røst g
- stem
- (figuurlijk) stem, roepstem, de inwendige stem
- (figuurlijk) meningsuiting
- (figuurlijk) de mening van het volk, de stem van het volk, de stem des volks
- : oplade røsten / oplade sin røst
zijn stem laten opklinken
met een hoge stem
een krachtige stem
de stem van het geweten
|
|
- : advarende / kritiske røster
waarschuwende / kritische stemmen
de stem van het volk
|
røst o
- (scheepvaart) putting, wantrust
røst, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van røst (betekenis )
- Afleiding van het Oudnoorse werkwoord raust, v (= stem).
- Afleiding van het Oudnoorse werkwoord raust, o (= gevelwand).
- Afkomstig uit het Duits of Nederlands.
røst m / v
- stem
- stemgeluid
- (figuurlijk) stem, roepstem, de inwendige stem
- (figuurlijk) meningsuiting
- «Det hevet seg advarende røster mot planen.»
- Het verheffen zich waarschuwende stemmen tegen het plan.
- (figuurlijk) de mening van het volk, de stem van het volk, de stem des volks
een mooie, diepe stem
- : følge samvittighetens røst
de stem van het geweten volgen
|
|
de stem van het hart
- : Folkets røst veier tungt.
De stem des volks draagt gewicht.
|
røst o
- (bouwkunde) nok
- (bouwkunde) dakstoel, kapgebint
- (bouwkunde) puntgevel
- (bouwkunde) dakkamer, zolderkamer
røst o
- (scheepvaart) putting, wantrust
røst, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van røst (betekenissen +)
- Afleiding van het Oudnoorse werkwoord raust, v (= stem).
- Afleiding van het Oudnoorse werkwoord raust, o (= gevelwand).
- Afkomstig uit het Duits of Nederlands.
røst v
- stem
- stemgeluid
- stem (partij bij het muziekmaken)
- stem (bij een stemming of verkiezing)
- «Framlegget vart vedteke mot ti røster.»
- Het voorstel werd aangenomen met tien stemmen.
- (figuurlijk) stem, roepstem, de inwendige stem
- (figuurlijk) de mening van het volk, de stem van het volk, de stem des volks
een diepe stem
- : ein song for fire røster
een lied voor vier stemmen
røst o
- (bouwkunde) nok
- (bouwkunde) dakstoel, kapgebint
- (bouwkunde) puntgevel
- (bouwkunde) dakkamer, zolderkamer
røst o
- (scheepvaart) putting, wantrust
røst, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van røst (betekenissen +)