rijven

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord rijven. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord rijven, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je rijven in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord rijven is hier. De definitie van het woord rijven zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanrijven, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • rij·ven
  • erfwoord: Middelnederlands rīven, ontwikkeld uit Oergermaans *hrīfan- ‘krassen, scheuren’, zonder mobiele s bij Indo-Europees *skrei-p-, waartoe ook Lets skrĩpât ‘(in)krassen, ingriffen’ behoort.[1] Evenals Nederduits rieven ‘raspen, wrijven’, Oostfries (Wangeroogs) riiv ‘harken’, Oudengels hrīfnian en Oudnoords hrífa ‘grijpen naar, krabben’.[2]
  • onder invloed van wrijven, herkomst is onduidelijk [2][3][4]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rijven
reef
(rijfde) *
gereven
(gerijfd) *
klasse 1 volledig

rijven

  1. harken, bij elkaar halen, opruimen
    • De kamer moet nodig gereven. 
  2. de zeilen inkorten
  3. (verouderd) (voeding) met een rasp ergens kleine stukjes vanaf halen
  4. (verouderd) (alleen zwak verbogen) onder iets wegkruipen
  • In de spreektaal kwamen vroeger ook van en zwak verbogen vormen voor [5].

de rijvenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord rijf
26 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[6]