sag

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord sag. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord sag, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je sag in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord sag is hier. De definitie van het woord sag zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansag, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


stellend attributief vergrotend overtreffend
sag sagte sagter sagste

sag

  1. zacht
    «Ons het natuurlik al agter gekom dat sommige plastieke hard is, terwyl ander weer sag is.»
    We zijn er natuurlijk al achter gekomen dat sommige plastics hard zijn, terwijl andere juist weer zacht zijn.


  • sag
  • Afkomstig van het Oudnoordse woord  sǫg zn 
Naar frequentie 11433
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   sag     m: sagen
v: saga  
  sager     sagene  
genitief   sags     m: sagens
v: sagas  
  sagers     sagenes  

sag, m / v

  1. (gereedschap) zaag
    «Der er stjålet to sager
    Er zijn twee zagen gestolen.
  2. (bedrijf) zaagmolen, zaagwerk, zagerij
    «Tross alt var dette en gang den største sagen av sitt slag på Vestlandet, en sag som var i drift i nesten femti år.»
    Dit was tenslotte ooit het grootste zagerij in zijn soort in West-Noorwegen, een zaagwerk dat bijna vijftig jaar in gebruik was.
  • Dra på saga!
Verdwijn!, Duvel op! (letterlijk: (afwijzend:) Trek naar de zagerij!)


  • sag
  • Afkomstig van het Oudnoordse woord  sǫg zn 
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   sag     saga     sager     sagene  

sag, v

  1. (gereedschap) zaag
  2. (bedrijf) zaagmolen, zaagwerk, zagerij