Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
schielijk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
schielijk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
schielijk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
schielijk is hier. De definitie van het woord
schielijk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
schielijk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘haastig’ voor het eerst aangetroffen in 1475 [1]
- afgeleid van schie, (stam van schieën) met het achtervoegsel -lijk [2]
schielijk
- verouderend: plotseling
- Het kantoor werd vorige week zwaar getroffen door het schielijke overlijden van één onzer medewerkers.
- haastig
- aanstonds, alras, dadelijk, dra, gauw, haast, hard, in allerijl, meteen, op staande voet, ras, snel, spoedig, subiet, vlug, weldra, welhaast
86 % |
van de Nederlanders;
|
77 % |
van de Vlamingen.[3]
|