Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
schijt. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
schijt, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
schijt in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
schijt is hier. De definitie van het woord
schijt zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
schijt, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
schijt m en o
- vaste uitwerpselen
- ergens schijt aan hebben: zich er niets van aantrekken
- Ik heb schijt aan hun kritiek (Het kan me niet schelen wat zij aan te merken hebben)
- schijtbes, schijten, schijtgat, schijthak, schijthuis, schijtlaars, schijtlijster, schijtluis, schijtnoot, schijtwortel, schijtziek
schijt
- enkelvoud tegenwoordige tijd van schijten
- gebiedende wijs van schijten
97 % |
van de Nederlanders;
|
97 % |
van de Vlamingen.[3]
|