Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
poep. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
poep, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
poep in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
poep is hier. De definitie van het woord
poep zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
poep, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de poep m
- uit de darmen uitgescheiden afvalstoffen van mens of dier
- Hij stapte met zijn schoen in de poep van een hond.
- (spreektaal) onzin
- (pejoratief) iets waardeloos of walgelijks gebruikt als linkerdeel van samengestelde bijvoeglijke naamwoorden om het rechterdeel een (meer) negatief karakter te geven
- Die stomme poepzak zit zich weer vol te vreten.
- ▸ Ron Bleeker, van alle jongens in de stad degene die altijd en overal het gemeenst tegen Howie deed, had een heel arsenaal aan namen waarmee hij hem uitschold, zoals Dugley Poepkop.[7]
- ▸ De twee loslopende kinderen bewerkten elkaar vanaf het moment waarop ze deur uit kwamen met hun ellebogen en maakten elkaar uit voor poephoofd en snotkop.[8]
- versterkend voorvoegsel heel erg, gebruikt als linkerdeel van samengestelde bijvoeglijke naamwoorden als versterker van het rechterdeel
- Die merkkleding is poepduur.
Deze betekenissen zijn in Nederland gangbaarder dan in Vlaanderen, zie poep v / m
- berenpoep, duivenpoep, geitenpoep, hondenpoep, kattenpoep, koeienpoep, muggenpoep, paardenpoep, spuitpoep, vogelpoep, zwijnenpoep
1. uit de darmen uitgescheiden afvalstoffen van mens of dier
- 3. iets waardeloos of walgelijks
- 4. heel erg
1. uitgescheiden vaste afvalstoffen van mens of dier
poep
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van poepen
- gebiedende wijs van poepen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van poepen
de poep v / m
- achterwerk, bips
- Vindt u mijn poep niet te dik in deze rok?
Deze betekenis is in Vlaanderen gangbaarder dan in Nederland, zie poep m
poep
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van poepen
- gebiedende wijs van poepen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van poepen
de poep m
- (pejoratief) (geschiedenis) werkzoekende uit Westfalen
- ▸ Hans Poep en staet het boerten niet wel aen
Al is hij een Boer, hy en can gheen boert verstaen.[9]
- (pejoratief) (geschiedenis) iemand uit Duitsland
- (pejoratief) (geschiedenis) iemand die buiten de eigen groep staat
100 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[10]
|