Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
stal. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
stal, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
stal in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
stal is hier. De definitie van het woord
stal zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
stal, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘verblijf van dieren’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 701 [1] [2]
de stal m
- (veeteelt) ruimte bestemd voor de huisvesting van dier(en)
- Ze helpt mee met het uitmesten van de stallen.
- ▸ Iedere avond sloop hij stilletjes naar de stal, rolde zich in een paardedeken en sliep lekker in het stro.[3]
- (sport) een (handels-)onderneming die deelneemt aan wedstrijden met paarden, auto’s en dergelijke
- In internationale concoursen zijn de springpaarden uit zijn stal zeer succesvol.
- (verouderd) marktkraam
- (economie) verkoopruimte bij openbare gelegenheden zoals stations, ziekenhuizen en dergelijke
- Ik zal wel een bos bloemen kopen bij het stalletje op de brug.
Iets afdanken
Iets inzetten
- ∗ Lufthansa haalt de superjumbo A380 weer van stal in de zomer van 2023, meldt de Duitse luchtvaartmaatschappij maandag. Als gevolg van de coronacrisis leek de rol van de superjumbo uitgespeeld, maar door het rappe herstel van de luchtvaart hebben meerdere airlines aangekondigd het grote vliegtuig weer van stal te halen.[4]
- Het beste paard van de stal
De beste (van een team e.d.)
Iemand wil graag naar huis.
1. ruimte bestemd voor de huisvesting van dier(en)
stal
- enkelvoud verleden tijd van stelen
- Ik stal.
- Jij stal.
- Hij, zij, het stal.
- ▸ Een gezin uit Engeland stal mijn hart toen het jongste dochtertje de hele tijd met mij wilde hoelahoepen.[5]
stal
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stallen
- gebiedende wijs van stallen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stallen
99 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[6]
|
- ↑ "stal" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ stal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 11
- ↑ Weblink bron “Ook Lufthansa stoft superjumbo A380 weer af door grote vraag naar stoelen” (27 juni 2022), NU.nl
- ↑
Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be