Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
tata. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
tata, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
tata in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
tata is hier. De definitie van het woord
tata zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
tata, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
tata v
- (spreektaal) tante
- «Tata Margot est serveuse dans cette boîte.»
- Tante Margot is serveerster in die tent.
- (spreektaal) flikker, nicht
- Ontleend aan het Sanskriet तथा (tathā; "zo, op die manier"). In combinatie met andere naamwoorden vormt tata dikwijls abstracta (bijv. tata kalimat "zinsbouw").
tata
- ordening, orde, patroon, systeem
- «Negara mawa tata, desa mawa cara.»
- De staat is de plaats voor orde, het dorp de plaats voor zede.
tata m
- vader
- Afgeleid van het Proto-Slavische *tata
tata
- (familie) papa, vader
- Afgeleid van het Proto-Slavische *tata
tata mbezield
- (familie) papa, vader
tata
- genitief enkelvoud van tato
- accusatief enkelvoud van tato
tata m
- vader
- Afgeleid van het Proto-Slavische *tata
tata mbezield
- (familie) papa, vader
- Afgeleid van het Proto-Slavische *tata
tata mbezield
- (familie)(dialect) papa, vader
tata
- (spreektaal) meteen, direct
tata
- tot ziens, dag, doei