tof

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord tof. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord tof, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je tof in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord tof is hier. De definitie van het woord tof zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantof, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • tof
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen tof toffer tofst
verbogen toffe toffere tofste
partitief tofs toffers -

tof

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) goed, mooi, leuk, fijn
  2. (informeel), (spreektaal) populair, gaaf, cool
    • Dat is de tofste gozer die ik ken. 
     En hoe groot zijn persoonlijke teleurstelling ook is, Kelderman houdt oog voor het ploegbelang. "Ik denk dat we het op een goede manier hebben gedaan. Jai kan gewoon de Giro winnen en dat is voor de ploeg ook heel tof natuurlijk."[4]
  • Jiddisj ook: tov
enkelvoud meervoud
naamwoord tof tofs
verkleinwoord

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

de tofv

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) 22ste, laatste letter van het alfabet
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) getal vierhonderd
  • Hebreeuws: tav
  • Jiddisj ook: sof
cursief: alleen Jiddisj; vet: zowel Hebreeuws als Jiddisj
nr.  sluit-
letter
letter  naam in
Hebreeuws 
naam in
Nederlands 
wordt in
Nederlands 
als
cijfer 
1    א   אָלֶף   alef   ollef   ' • a 1
2    ב   בֵּית   beet  ,  bet  •  beis   b • v 2
3    ג   גִּימֵל   gimel   g 3
4    ד   דָּלֶת   dalet   d 4
5    ה   הֵא   hee   h 5
6    ו   וָו   wav  •  wov   v, w • oe 6
7    ז   זַיִן   zajin  •  zajen   z 7
8    ח   חֵית   chet  •  ches   ch 8
9    ט   טֵית   tet  •  tes   t 9
10    י   יוֹד   jod  •  joed   ji,ie 10
11  ך   כ   כַּף   kaf  ,  chaf  •  chof   ch • k 20
12    ל   לָמֶד   lamed   l 30
13  ם   מ   מֵם   mem   m 40
14  ן   נ   נוּן   noen   n 50
15    ס   סָמֶךְ‎   samech   s 60
16    ע   עַיִן   ajin  •  ajen   ' • e 70
17  ף   פ   פֵּא   pee   p • f 80
18  ץ   צ   צַדִי   tsadi  ,  tsadee  •  tsaddi  ,  tsaddek   ts 90
19    ק   קוֹף   koef  ,  kof   k 100
20    ר   רֵישׁ   reesj   r 200
21    ש   שִׁין   sjien   sj • s 300
22    ת   תָּו‎   tav  •  tof   ts 400
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]


tof v

  1. (spreektaal) foto
    «Le mec d’internet dont je t’avais parlé, il m’a envoyé sa tof
    De kerel van internet waar ik het met je over had heeft me zijn foto gestuurd. [1]