trappen

• Geluid:  trappen    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈtrɑpə(n) / (2 lettergrepen)

• trap·pen

• ww: in de betekenis van ‘de voet neerzetten, schoppen’ voor het eerst aangetroffen in 1470 ^{[1] [2]}
• zn:  trap zn  met de uitgang -en

trappen

1. overgankelijk met een krachtige beweging van de voet raken of verplaatsen

• schoppen, trappelen

de trappen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord trap
2. meervoudsvorm als officiële benaming (trapachtigen) Otididae  de enige familie van vogels uit de orde Otidiformes . De familie telt 26 soorten. Ze hebben stevige poten, een lange hals en brede vleugels. Ze zijn meestal bruin of grijs gekleurd en hebben donkere strepen en vlekken aan de bovenzijde en wit, geel of zwart aan de onderzijde

• trapachtigen, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

• Arabische trap, Australische trap, baardtrap, blauwe trap, botswanatrap, Denhams trap, Ethiopische kuiftrap, grote trap, Hartlaubs trap, Heuglins trap, Indische trap, kleine Indische trap, kleine trap, koritrap, Ludwigs trap, Nubische trap, oostelijke kraagtrap, Rüppells trap, sahelkuiftrap, senegaltrap, Somalische trap, westelijke kraagtrap, Zuid-Afrikaanse kuiftrap, zwartbuiktrap, zwarte trap, zwartkintrap

• Het woord trappen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "trappen" herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.