troepen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord troepen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord troepen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je troepen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord troepen is hier. De definitie van het woord troepen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantroepen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • troe·pen

de troepenmv de troepenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord troep
  2. alleen meervoud (militair) in een groep optredende militairen
  • Onder invloed van het Engels troops wordt er soms een bepaald aantal troepen gesproken: "Frankrijk stuurt 500 troepen naar Corsica." Goed Nederlands is "500 man troepen" of "500 militairen", want als plurale tantum is "troepen" geen telbaar begrip. [3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
troepen
troepte
getroept
zwak -t volledig

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord

troepen

  1. (verouderd) bij elkaar komen
      Ze troepten rond den gevallen jongeling, ze liepen over en weer met lekend natte voorschooten die ze in 't water van de gracht hadden gedoopt - al 't belang was ineens bij den jongen die gevallen lag.[4]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink geraadpleegd op 8 november 2020 Weblink bron “Duizend troepen naar Afghanistan” (5 november 2019) op onzetaal.nl
  4. Bronlink geraadpleegd op 8 november 2020 Weblink bron “De vlaschaard.” (1907), L.J. Veen, Amsterdam, p. 291
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be