uitbraken

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord uitbraken. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord uitbraken, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je uitbraken in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord uitbraken is hier. De definitie van het woord uitbraken zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanuitbraken, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • uit·bra·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitbraken
braakte uit
uitgebraakt
zwak -t volledig

uitbraken [1] [2]

  1. overgankelijk brakend uitspuwen
  2. overgankelijk (pejoratief) uiten
vervoeging van
uitbreken

uitbraken

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van uitbreken
    • ...dat wij uitbraken. 
    • ...dat jullie uitbraken. 
    • ...dat zij uitbraken. 

de uitbrakenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord uitbraak
98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]