vit

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord vit. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord vit, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je vit in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord vit is hier. De definitie van het woord vit zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvit, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • vit
vervoeging van
vitten

vit

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van vitten
  2. gebiedende wijs van vitten
49 % van de Nederlanders;
47 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


enkelvoud meervoud
nominatief eg vit
accusatief meg okkum
genitief mín okkara
datief mær okkum

vit

  1. wij (nominatief van de eerste persoon meervoud)


vit

  1. twiet, het geluid van een zwaluw


  • vit
stellend vergrotend overtreffend
vit
vitare
vitast

vit

  1. (kleur) wit