Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
wij. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
wij, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
wij in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
wij is hier. De definitie van het woord
wij zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
wij, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- vn: In de betekenis van ‘persoonlijk voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901
- ww: wijen ww zonder de uitgang -en
wij eerste persoon meervoud
- nominatief (onderwerp), verwijst naar de groep mensen waar de spreker of schrijver bij hoort
Informeel wordt wij (of we) soms ook wel gebruikt om iemand aan te spreken, in plaats van u of jij (Hoe voelen wij ons vandaag?, etc.) Deze aanspreekstijl wordt echter veelal als irritant ervaren.
1. 1e persoon meervoud nominatief
|
|
- Nedersaksisch: we (nds), wi (nds), wie (nds), wiel (nds), wiele (nds), wij (nds), wi'j (nds), wule (nds), wulie (nds), wy (nds)
- Oekraïens: ми (uk) (my)
- Papiaments: nos
- Pools: my (pl)
- Portugees: nós (pt)
- Roemeens: noi (ro)
- Russisch: мы (ru)
- Slowaaks: my (sk)
- Spaans: nosotros (es) m, nosotras (es) v
- Tsjechisch: my (cs)
- Taroko: yámi, yamo
- Xhosa: thina
|
wij
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wijen
- gebiedende wijs van wijen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wijen
99 % |
van de Nederlanders;
|
98 % |
van de Vlamingen.
|
wij
- wij; 1e persoon nominatief meervoud
wij
- wij; 1e persoon nominatief meervoud