Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
vloer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
vloer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
vloer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
vloer is hier. De definitie van het woord
vloer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
vloer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘bodem’ voor het eerst aangetroffen in 1265
- erfwoord via Middelnederlands vloer en Oudnederlands fluor van Germaans *flōrō, *flōrô, *flōraz (“vlak oppervlak, vloer, vlakte”), van Indo-Europees *plõro- (“vlak, effen”), van Indo-Europees *pele-, *plet-, *plāk- (“vlak, effen”).
de vloer m
- bodem van een ruimte in een gebouw
- ▸ Hij sleurde de abt bij zijn haren uit het smalle bed, smeet hem op de vloer en sloeg hem met een roe waar hij hem raken kon, onder het zingen van het lied 'O Pastor Alterne'.
- ▸ Wat wil je nog meer? We sliepen allemaal op de vloer bij Trail Angel Shrek, waar we nog lang bleven napraten.
- Als ieder zijn vloer keert, is het in alle huizen schoon.
Als iedereen gewoon zijn eigen fouten verbetert (in plaats van commentaar te leveren op anderen e.d.), zijn er veel minder problemen.
- Ergens de vloer mee aanvegen
Iets geheel verwerpen
- Het is licht/makkelijk dansen op andermans vloer.
Geld van een ander uitgeven is makkelijk.
- Hoe hoger de zolder, hoe lager de vloer.
Hoe meer iemand praat, des te minder heeft die persoon vaak daadwerkelijk in te brengen of te betekenen.
- ’s Mans moer is de duivel over de vloer.
Schoonmoeders verstoren vaak de verhoudingen binnen de familie.
- Met iemand de vloer aanvegen
Iemand gemakkelijk ergens in verslaan
Op bezoek hebben
- • Binnen twee uur had ik zeven vrienden over de vloer.
|
|
vloer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vloeren
- gebiedende wijs van vloeren
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vloeren
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.
|
- ↑ "vloer" in:
Sijs, Nicoline van der
, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 14
- ↑
Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Tim Voors: Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada, 2018
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
vloer m, later ook v
- vlakke grond, bodem
- vloer