woonplaats

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord woonplaats. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord woonplaats, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je woonplaats in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord woonplaats is hier. De definitie van het woord woonplaats zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwoonplaats, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • woon·plaats
enkelvoud meervoud
naamwoord woonplaats woonplaatsen
verkleinwoord - -

de woonplaatsv / m

  1. (informatica) plaats waar men woont, waar men ingeschreven is in het bevolkingsregister
     We waren daarvoor gekomen, en voor de romantische illusie om onze nieuwe woonplaats Venetië te zien door de ogen van de illustere toeristen die ons waren voorgegaan, zoals Stendhal, Lord Byron, Alexandre Dumas, Richard Wagner, Marcel Proust, Gustav Mahler, Thomas Mann, Ernest Hemingway, Rainer Maria Rilke, en die met zekerheid op deze zelfde stoelen hadden gezeten om hetzelfde uitzicht beroemd te maken.[1]
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers op Wikipedia, ISBN 978-90-295-2622-7, p. 26
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be