Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
David. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
David, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
David in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
David is hier. De definitie van het woord
David zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
David, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
David m
- (religie) nakomeling van Ruth, zoon van Isaï, vader van onder anderen Absalom en Salomo; opvolger van Saul als koning van alle stammen van Israël die Jeruzalem tot hoofdstad maakte; traditioneel beschouwd als dichter van psalmen (1023x: 1 Sam. 16:13 +, 2 Sam. 1:1 +, 1 Kon. 1:1 +, 2 Kon. 8:19 +, Jes. 7:2 +, Jer. 13:13 +, Ez. 34:23 +, Hos. 3:5, Am. 6:5 +, Zach. 12:7 +, Ps. 3:1 +, Spr. 1:1, Rt. 4:17 +, Hoogl. 4:4, Pr. 1:1, Ezra 3:10 +, Neh. 3:15 +, 1 Kron. 2:15 +, 2 Kron. 1:1 +; ook 59x in NT)
- (mannelijke naam)
- Via het Griekse Δαυίδ (ook wel Δαβίδ) ontleend aan het Hebreeuwse דּוד.
Dāvīd m
- David