Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
Judas. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
Judas, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
Judas in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
Judas is hier. De definitie van het woord
Judas zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
Judas, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Judas m
- (religie) naam van meerdere personen in de Bijbel
- een van de Levieten die een niet-Joodse vrouw had (3 Ezra 9)
- Judas Makkabeüs, leider van de Joodse opstand tegen de Seleuciden in de 2e eeuw v.Chr. (1 Makk. en 2 Makk., bijv. 1 Makk. 2:4, 3:1 e.v., 4:3 e.v., 5:3 e.v., 6:19 e.v., 7:6 e.v., 8:1 e.v., 9:5 e.v., 13:8, 14:18, 2 Makk. 1:10 2:14,20, 5:27, 8:1 e.v., 12:5 e.v., 13:1 e.v., 14:6 e.v., 15:1 e.v.)
- Judas, zoon van Calfi, een overste in het Joodse leger tijdens de opstand tegen de Seleuciden in de 2e eeuw v.Chr. (1 Makk. 11:69)
- Judas, zoon van Simon en neef van Judas Makkabeüs (1 Makk. 16:2 e.v.)
- Judas de Galileeër, leider van een Joodse opstand tegen de Romeinen in 6 n.Chr. (Hand. 5:37)
- Judas of Juda, de broer van Jezus (Matt. 13:55, Marcus 6:3, 14:10 e.v.)
- Judas Iskariot, zoon van Simon, discipel van Jezus die hem verraadde (Matt. 10:4, 26:14, 27:3, Marcus 3:19, Luc. 6:16, 22:3, Joh. 6:71, 12:4, 13:2, 18:2 e.v., Hand. 1:16,25)
- Judas Taddeüs, broer van Jacob, discipel van Jezus (Luc. 6:16, Joh. 14:22, Hand. 1:13, Jud.)
- Judas, een christen die Salulus in Damascus onderdak gaf in de 1e eeuw n.Chr. (Hand. 9:11)
- Judas Barsabas, leider van de christenen in Jeruzalem in de 1e eeuw n.Chr. (Hand. 15:22 e.v.)
- (religie) boek in de Bijbel, in de vorm van een brief van Judas Taddeüs
boeken in de christelijke Bijbel